Rondom afvallen en aankomen zijn zoveel fabels en feiten dat je door de bomen het bos vaak niet ziet. Neem bijvoorbeeld ‘de spaarstand’. Ik geloofde altijd dat deze bestond. Maar wat blijkt? Dat is niet zo!
Herkenbaar? Je bent aan het afvallen en opeens stopt het. Je snapt er niets van, want je eet hetzelfde en sport nog steeds. Hoe kan dit dan?
Aanpassingsvermogen
Het antwoord is eigenlijk best simpel. Stel je voor dat je 100 kilo weegt. Nadat je besluit af te vallen verander je twee dingen: je gaat meer bewegen en je let op wat je eet. Dit heeft effect en je valt af. Sterker nog: je begint een beetje moed te krijgen: het gaat je vast lukken om op streefgewicht te komen! En dan gebeurt het. Van de ene op de andere dag is het afgelopen met het makkelijke afvallen. De schuldige? Je aanpassingsvermogen.
Plateau of spaarstand
Het is logisch dat je je op zo’n moment afvraagt waar het misgaat. Ligt het aan je porties? Ben je ongemerkt meer gaan eten? Sport je iets minder? Of heb je zo weinig gegeten dat je lichaam in de spaarstand is geschoten?
De spaarstand is eigenlijk een naam die we geven aan een logisch gevolg van afvallen. Als je 100 kilo weegt, verbrand je aanzienlijk meer dan wanneer je 90 kilo weegt. Dat klinkt logisch, toch? Het enige is dat je een tijd moet wennen aan je nieuwe lijf, terwijl je lichaam al gelijk door heeft dat je minder kilo’s meezeult.
Late gewenning
Op het moment dat je 5 of 10 kilo lichter bent, weet je lichaam dat. Jij ziet het wel op de weegschaal, maar het dringt nog niet tot je door. Dit zie je goed bij mensen die heel veel gewicht hebben verloren. Zij lopen vaak nog met hun armen ‘wijd’, alsof ze deze langs een veel dikker lichaam bewegen. In feite lopen ze dus nog alsof ze veel zwaarder zijn. Dat komt omdat ze nog niet zijn gewend aan dit lichaam. Intussen is hun lichaam allang overgestapt naar de verbranding die hoort bij een lager gewicht (best slim lijf hebben we, wat dat betreft – nu onze hersenen nog 😉 ).
In dat laatste zit de valkuil. Je kunt niet verwachten dat je met hetzelfde eet- en sportpatroon van een 100-kilo-lijf net zo afvalt als met een 90-kilo-lijf. Hoe minder je weegt, hoe minder je moet eten om te blijven afvallen. Heb je uiteindelijk een gewicht dat bij je past? Dan kun je opnieuw kijken naar wat je moet eten en bewegen om dit zo te houden.
Samenvattend
Als je niet meer afvalt, moet je minder gaan eten en/of meer gaan bewegen. Als je vervolgens afvalt, moet je met dat nieuwe gewicht opnieuw kijken naar je verbranding en daarop je leefpatroon aanpassen.
Heb jij ervaring met opeens niet meer kunnen afvallen?
Geef een reactie